A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W X Z

Tulp

De tulp is een bolgewas dat tot de Leliefamilie behoort. Tulpen zijn inheems in Turkije en kwamen met handelaren in de zestiende eeuw naar Europa.

Je bekijkt de voor mobiel aangepaste versie van de pagina.
Die voor tablets, laptop en desktop biedt ook algemene informatie, zoals herkomst, giftigheid en teelt.

Foto: CC0 Public Domain
  • Tulpen zijn niet giftig voor de mens; tijdens de hongerwinter (1944 – ’45) werden uit nood tulpenbollen gegeten. Tulpen, met name de bollen, zijn wel giftig voor honden en katten.

Tulp(Tulipa). Tulpen behoren tot de Leliefamilie (Liliaceae). Tulpen zijn inheems in Turkije en werden in de zestiende eeuw naar Europa gehaald.
Tulpen hebben een periode van kou nodig om te kunnen groeien; in een warm klimaat kunnen ze niet geteeld worden. Plant tulpenbollen daarom ook in de herfst (oktober is de beste maand) en voor de eerste nachtvorst.
Tulpen houden van een zonnige plek (halfschaduw mag ook) en van klei-achtige, niet te natte grond; tulpen houden niet van natte voeten. Te zware kleigrond kan verbeterd worden door deze met zand te vermengen.
Plantdiepte + 18 cm, afstand tussen de bollen ongeveer 14 cm. Bij kleine tulpen iets minder; bij hoge tulpen iets meer.
Zodra de tulp begint uit te vallen, knip de steel weg en ruim bloemresten op. Dat voorkomt dat ziektes en schimmels zich in de bloemresten vestigen. Laat het blad zitten en verwijder dat ook niet als ze verdorren: de voedingsstoffen uit het blad gaan terug naar de bol. De tulpen zullen verwilderen (de ene soort wat meer dan de andere), daardoor worden de bloemen steeds kleiner, maar het worden er wel steeds meer.

Plaaginsect

Blad wordt weggevreten: slakken.

Bruine streepjes op de wortels van waaruit de bollen worden aangetast. De streepjes worden donkerbruine vlekken, waaronder de bol wegrot en de waterhuishouding verstoord wordt. De watertoevoer hapert, de tulp verwelkt, vergeelt en sterft af: wortellesieaaltje (Pratylenchus penetrans).

Bollen lopen niet uit, of heel traag, bol raakt verzwakt, blad kleurt lichtgroen en bloem blijft flets. Bloemen verwelken voortijdig: destructoraaltje (Ditylenchus destructor).

Schimmels & ziektes

De bollen kleuren donkerbruin en de buitenste laag laat soms los; bovengrondse delen vertonen waterige grijsbruine vlekken: tulpenvuur (Botrytis tulipae), een variant van grauwe schimmel (Botrytis ssp.).

In een groep tulpen blijft een deel achter in de groei en soms komen de bollen helemaal niet op. De ondergrondse delen kleuren bruin en de toppen van de bladeren worden lichtbruin en verkleven aan elkaar: kwade grond (Rhizoctonia tulipae).

De wortels van de bol worden pleksgewijs zacht en glazig, begrensd door een smalle bruine band. De aantasting kan beperkt zijn tot een paar wortels, maar ook het hele wortelgebied inclusief de bolbodem kan aangetast zijn. Door de infectie blijft de groei achter, de tulpen komen niet bloei en soms verdrogen de bloemen voordat ze uitkomen: wortelrot tulp (Pythium).

Tulpen verwelken plotseling na de bloei, het blad kleurt paarsrood, de stengel wordt ter hoogte van het maaiveld slap en kleurt grijs: smeul (tulp) (Sclerotium perniciosum).

De bol wordt steviger, krimpt en daardoor lichter. Bovendien verspreidt de bol een zure lucht. De bollen overleven de aantasting niet: zuur (Fusarium oxysporum).

Overig

In de schuur bewaarde bollen worden aangevreten: muizen.

Verwante onderwerpen