Framboos is een lid van de rozenfamilie.
Framboos (Rubus idaeus) is een lid van de rozenfamilie (Rosaceae). Net als de braam (Rubus fruticosus) behorend tot het geslacht Rubus.
Herfstframboos: snoei in het najaar of aan het einde van de winter alle takken die dit jaar vrucht gedragen hebben af. In het voorjaar maakt de herfstframboos nieuwe vruchtdragende scheuten. Van zomerframbozen worden alle takken die vrucht gedragen hebben, weggesnoeid. Nieuwe scheuten komen al op; deze zullen pas in het tweede jaar vrucht dragen. Aan een zomerframboos zitten dus 1) eenjarige takken, die in het tweede jaar vrucht dragen en 2) de tweejarige takken die het komende voorjaar bloeien en vruchten voortbrengen. Herfstframbozen hebben doen groei, bloei en framboos alles in één jaar, maar herfstframbozen verschijnen dan ook pas in augustus en september.
Plaaginsect
Bloemknop verdroogt: aardbeibloesemkever.

Knoppen worden aangevreten en larven in framboos: frambozenkever.
Er ontstaan zachte plekken in afrijpende frambozen, vervolgens rotte plekken: Aziatische fruitvlieg.

Aan het eind van het seizoen, in de herfst wordt het blad aangevreten door larven (rupsjes) van bladwespen: de bramenbladwesp (Arge cyanocrocea) met z’n geelgroene larven of de knollenbladwesp (Athalia rosae) met zwarte larven (rupsjes). De rupsjes zitten meestal aan de onderkant van het blad en eten het bladgroen tussen de nerven.
Schimmels & ziektes

Bladeren verkleuren naar geel of brons en verwelken, wortels kleuren rood en de frambozen worden bitter: roodwortelrot (Phytophthora fragariae).
Donkerrode vlekken op de bovenkant van het blad; aan de onderkant verschijnen oranjebruine vlekken: gewone braamroest.
Onnatuurlijke lichte en donkergroene – soms gele – plekjes. Bladeren krullen en krijgen verdorde plekken: mozaïekvirus.
Schimmel op blad en framboos; vrucht rot weg: grauwe schimmel.
Overig
Vogels pikken soms frambozen.

Witte plekken op frambozen die in de volle zon staan: zonnebrand.

Blad van een paar takken vergelen (geen watertekort): gebreksziekte. Een tekort aan mangaan of magnesium. Een te hoge zuurgraad (pH) kan ook de opname van voedingsstoffen belemmeren en vergeling veroorzaken.