Berk is een boom uit de berkenfamilie. Berken zijn winterhard en zijn overal op het noordelijk halfrond te vinden.
Berk (Betula) is een boom uit de berkenfamilie (Betulaceae). Berken zijn winterhard en zijn overal op het noordelijk halfrond te vinden.
Snoeien van de berk kan in de herfst en winter als de sapstroom nagenoeg stilstaat. In de lente vlak voor en tijdens het uitkomen van de bladeren is de sapstroom erg sterk en dat kan bij snoeien tot bloeden van de boom leiden.
De berk komt van nature voor in moerassen en andere vochtige gronden.
Berken zijn niet veeleisend wat de grond betreft.
Net als beuken leven berken in symbiose met bodemschimmels. Vooral de vliegenzwam wordt vaak bij berken aangetroffen.
Plaaginsect
Schade aan blad, gele plekjes en gaatjes: berkenwants (Kleidocerys resedae).
Luizen op het blad: lindebladluis. Deze luis scheidt honingdauw af waarop roetdauw ontstaat.

Ongeveer 1 cm kleine , donkergetinte, slijmerige slakjes vreten aan het bladmoes tussen de nerven van de bladeren. Daardoor wordt het overgebleven bladmoes bruin en kan het blad afvallen: slakvormige bastaardrups (larven van de lindebladwesp – Caliroa annulipes).
Schimmels & ziektes

Een bonte verzameling uitgegroeide takjes: heksenbezem (Taphrina betulina).

Een 10 tot 30 cm grote roestbruine of grijze zwam aan de stam: berkenzwam (Piptoporus betulinus).

Wildgroei en woekeringen op de stam: boomkanker.

Zelden: donkerbruine tot zwarte plekken op de schors, vroege bladval en verdroogde takken in de kruin: roetschorsziekte (Cryptostroma corticale). Let op: gezondheidsrisico!
Overig
Berk bloedt hevig na het snoeien: het snoeien heeft plaatsgevonden tijdens of vlak voor het uitlopen van het blad. Het bloeden is nauwelijks te stelpen.

Vliegenzwammen worden vaak aangetroffen onder berken.