Pompoenen zijn familie van kalebassen, courgettes, patisson en komkommers.
Je bekijkt de voor mobiel aangepaste versie van de pagina.
Die voor tablets, laptop en desktop biedt ook algemene informatie, zoals herkomst en teelt.
Pompoenen behoren tot het geslacht Cucurbita en zijn familie van kalebassen, courgettes, patisson en komkommers. Zaai in potten (één zaadje per pot van ± 0,5 liter) voor in de warme vensterbank of kas. Eind mei kan het pompoenplantje in de volle grond worden gezet. Vanaf half mei kunnen pompoenen in de volle grond worden gezaaid. Een pompoen heeft echt de ruimte nodig. Hij kan in een bamboestellage groeien en ook liggend over de grond. Bedenk in dat geval dat de pompoen een slordige 6 m² oppervlakte nodig heeft. Tegen nachtvorst beschermen met een plastic tunnel of stolp.
Bladeren van de pompoen zijn gevoelig voor schimmels; knip ze weg. Een te droge of te vochtige grond werkt schimmelvorming in de hand. Uitlopers in de bladoksels worden verwijderd worden (dieven).
Leg in de zomer, als de grond erg nat is, wat stro of houtsnippers onder de groeiende pompoenen. Op de natte grond kunnen ze gaan rotten en hebben slakken vrij spel. Pompoenen kunnen in september en oktober worden geoogst. Zodra de steel verschrompelt, is de pompoen rijp. Laat het steeltje aan de pompoen zitten, zo blijven ze langer goed.
Wie zelf zaad wint van courgettes en pompoenen moet opletten dat er geen kruisbestuiving plaatsvindt tussen de eetbare pompoenen en sierpompoenen of andere leden van de komkommerfamilie. Zaad uit een dergelijke kruisbestuiving kan planten opleveren die de natuurlijke gifstof cucurbitacine bevatten. Aan de buitenkant van de pompoenen is niets te zien, maar ze smaken buitengewoon bitter. Daarvoor zijn de cucurbitacines verantwoordelijk; cucurbitacines zijn giftig. Wie zaad wil winnen van courgettes of pompoenen doet er goed aan een insectennet over de bloeiende plant te spannen, om bestuiving door insecten te voorkomen. Breng vervolgens met een kwastje wat stuifmeel van een mannelijke bloem over op de vrouwelijke bloem. De hieruit groeiende vrucht kent geen inmenging van een wilde, giftige soortgenoot.
Plaaginsect
Vraat aan blad jonge plantjes: slakken (naaktslak).
Blad wordt geel en bobbelig; eitjes aan de onderzijde blad: kaswittevlieg.
Schimmels & ziektes
Witte plekken op de bladeren, groei vertraagt: echte meeldauw.