A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W X Z

Kamerlinde

De kamerlinde is een plant uit de kaasjeskruidfamilie en komt van nature voor in open beboste streken in Zuid-Afrika en Madagaskar.

herkennen blad kamerlinde
Kamerlinde, foto: Jerzy Opiola - CC BY-SA 4.0
  • De haren op de bladeren zijn licht giftig: bij aanraking is lichte huidirritatie mogelijk. Welke stof dit veroorzaakt is onbekend, maar een eventuele huidirritatie duurt meestal maar een paar minuten.

Kamerlinde (Sparrmannia africana) is een plant uit de kaasjeskruidfamilie (Malvaceae). De kamerlinde komt van nature voor in open beboste streken in Zuid-Afrika en Madagaskar. De kamerlinde kan in Zuid-Afrika drie tot zes meter hoog worden en + drie meter breed. De groenblijvende heester of kleine boom heeft kenmerkende grote lichtgroene bladeren van max. twintig cm lang en bloeit met trossen van witte bloemen en rode en gele meeldraden.
Als kamerplant in onze gematigde streken bloeit de kamerlinde van september tot en met april.
De meeldraden kunnen bij aanraking spontaan bewegen; deze aanpassing helpt bij een effectievere bestuiving.


Standplaats: lichte plek in een koele kamer: temperatuur tussen de 12°C en 16°C. Niet op de tocht en niet in direct zonlicht. In de zomer kan de kamerlinde naar buiten op een beschutte plaats.
Aarde: de kamerlinde heeft veel voedsel nodig: daarom potgrond vermengen met wat klei of leem. Zo’n mengsel droogt ook niet snel uit.
Verpotten: bij voorkeur elk jaar, na de bloei.
Watergeven winter: één of twee keer per week. Meng eens per maand plantenvoeding (voor groene kamerplanten) met het gietwater.
Watergeven zomer: een keer per week. Houd de bodem vochtig, maar niet te nat. Bij een teveel aan water gaan de wortels rotten en sterft de kamerlinde.
Snoeien: top de scheuten, zo behoudt de kamerlinde z’n struikvorm. Doe dit na de bloei of in de lente.
Stekken: Gebruik de topscheuten voor het stekken van de kamerlinde. Stekken wortelen gemakkelijk, zowel in water als in potgrond vermengd met wat zand.

Plaaginsect

Bij het watergeven vliegen kleine, zwarte insecten op: varenrouwmug (Sciara analis). De volwassen muggen kunnen weinig kwaad. Echter in een vochtige omgeving en bij kamertemperatuur gedijen de muggen goed en gaan de vrouwtjesmuggen eieren leggen in de potgrond van de kamerplanten. Tussen de honderd en tweehonderd eitjes van + 0,2 mm groot worden in groepjes bij de wortels gelegd. De larven van de varenrouwmug vreten na het uitkomen (al na twee tot drie dagen) de wortels aan.

Blad wordt geel en bobbelig; eitjes aan de onderzijde blad: kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum).

Stipvormige plekjes op het blad; mijten aan de onderkant: bonenspintmijt (Tetranychus urticae).

Schimmels & ziektes

De kamerlinde is niet erg gevoelig voor schimmels en ziektes.

Verzorging

De kamerlinde laat regelmatig bladeren vallen: meestal vochtgebrek, soms voedselgebrek en heel soms is een te lage luchtvochtigheid in de (huis)kamer daarvan de oorzaak.

Plant laat z’n bladeren hangen: watertekort.