Druif is een klimplant die tot de wijnstokfamilie behoort.
Druif (Vitis vinifera) is een klimplant dit tot de wijnstokfamilie (Vitaceae) behoort.
Bij een erg felle oostenwind in de winter is het verstandig om een druif tegen de wind te beschermen door deze in noppenfolie te verpakken. Wacht niet te lang met het weghalen ervan, want anders loopt de druif te vroeg uit.
Druiven worden twee keer per jaar gesnoeid. Omdat druiven net als berken, esdoorns en beuken bloeden uit snoeiwonden als de plant of boom niet in rust is, kan een grote snoeibeurt alleen in de winter plaatsvinden als de sapstroom stilstaat. In de praktijk betekent dat de druif pas na een eerste vorstperiode tot eind februari onderhanden genomen kan. Niet snoeien tijdens vorst: vriezend weer staat een vlot herstel van snoeiwonden in de weg. De ranken van volwassen druiven worden tot één oog op de rank vlak voor het begin van de dragende takken teruggesnoeid. Een forse snoeibeurt dus. Dat in tegenstelling tot de zomersnoei. Deze bestaat uit het wegnemen van de uiteinden van de vruchtdragende ranken, zodat de voeding besteed wordt aan de groei van de druiventrossen en niet aan die van de ranken.
Plaaginsect

Donkerkleurige bobbels op blad, grijs aan de onderkant: druivenviltmijt.
Rijpe druiven worden aangevreten: wesp.
Witte poederachtige stof: wolluis.
Er ontstaan zachte plekken in afrijpende druiven, vervolgens rotte plekken: Aziatische fruitvlieg.
Schimmels & ziektes

Wit schimmelpluis aan de onderkant van de bladeren: valse meeldauw. Vaak ook wordt het bladsteeltje aangetast en ontstaan er bruine vlekken op de bladeren en verkleuren de bladuiteinden naar geelgroen. Meestal betreft het de onderste bladeren omdat de schimmelsporen door opspattende regen op het blad terechtkomt. Bij echte meeldauw zit het pluis aan de bovenkant van de bladeren. Valse meeldauw komt vooral veel voor in gebieden met vochtige en warme zomers.
Blad met witte schimmel: witziekte (echte meeldauw).

Zwarte randen langs afgestorven (bruine) delen van het blad, ingedroogde aangetaste druiven: zwartrot.

Kleine, oranjerode bolletjes verschijnen op aangetaste takken, dat kunnen zowel dode als levende takken zijn: Meniezwammetje (Nectria cinnabarina).

De druiven worden overdekt door grijs schimmelpluis: een variant (Botrytis cinerea) van grauwe schimmel.
Overig
Rijpe druiven worden weggepikt: vogels (merels).
Blad wordt geel: stikstofgebrek.

Onrijpe bessen vertonen blauwe plekken om uiteindelijk te verschrompelen: besverbranding door zonnebrand.

Rijpende druiven verschrompelen door zonnebrand.

Randen van het blad worden blauwzwart: kaliumgebrek.

Rijpe druiven zitten onder de wespen. Door de bijna rijpe druiven in een zakje (papier of plastic) te hangen, voorkom je wespenbezoek. Wat ook helpt, is het plaatsen van wat aangevreten zoet fruit (valfruit: appels, peren, pruimen), die lokken de wespen weg bij de druiven.
Vroeg in het voorjaar: bruin en krullend blad: vorstschade. Soms zijn ook de beginnende vruchtjes aangetast, waardoor de oogst minder groot wordt.