Paardenkastanje; boom die ruim vijfentwintig meter hoog kan worden met een brede kroon.
Niet verwarren met:
Tamme kastanje (Castanea sativa)
Je bekijkt de voor mobiel aangepaste versie van de pagina.
Die voor tablets, laptop en desktop biedt ook algemene informatie, zoals herkomst, giftigheid en teelt.
Paardenkastanje – (Aesculus), boom die ruim vijfentwintig meter hoog kan worden met een brede kroon.De paardenkastanje is een boom van het Noordelijk halfrond.
De witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) komt het meest voor; de rode paardenkastanje (Aesculus ×carnea) wordt minder vaak gezien. De rode variant blijft ook wat minder hoog, maar nog altijd een respectabele twintig meter.
Plaaginsect

Bladmoes wordt uit het blad gegeten waardoor bruine plekken ontstaan; het blad verkleurt naar bruin en sterft af: paardenkastanjemineermot.

Bruinige dopluizen bevolken de stam: koningsdopluis (Pulivaria regalis).
Schimmels & ziektes

Op de bast van de stam ontstaan vochtige, bruine plekken die een stroperige vocht afscheiden: kastanjebloedingsziekte.
De bladeren gaan plotseling verwelken omdat de sapstroom wordt verstoord. Uiteindelijk sterven de bomen: verwelkingsziekte (Verticillium spp).

Kleine, oranjerode bolletjes verschijnen op aangetaste takken, dat kunnen zowel dode als levende takken zijn: Meniezwammetje (Nectria cinnabarina).

Tussen de 50 en 200 cm grote zwammen met meerdere platte, halfronde hoeden aan de voet van de boom. Aanvankelijk lichtbruin; later donkerder van kleur (roodbruin): reuzenzwam (Meripilus giganteus).