Bloeiers binnenshuis

De dagen lengen nu in rap tempo, de zon wordt krachtiger en de knoppen aan heesters en bomen zwellen. Op beschutte plaatsen bloeit de Forsythia al en de Ribes zal snel volgen. De fruitbomenbloesem volgt met een paar weken.
Takken van voorjaarsbloeiers kunnen binnenshuis tot bloei gebracht worden. De ene heester of boom laat zich gemakkelijker ‘forceren’ dan de andere. De takken van de Forsythia bijvoorbeeld komen binnenshuis zonder kunstgrepen heel gemakkelijk tot bloei. Aan binnenshuis geforceerde bloesem van kers, appel en peer ontbreekt vaak kleur: in die gevallen komt de bloesem niet verder dan een bleekscheterig soort rose. Alleen overvloedig licht – zoals in de kas van de kweker – geeft de bloesem zijn kleur.

Gemakkelijke bloeiers binnenshuis
Kies takken waar veel dikke, platte knoppen op zitten: deze houden de belofte tot bloesem in. De smalle, spitse knoppen herbergen blad. De takken van kweepeer, kers, pruim, perzik, hazelaar, Ribes en Forsythia behoren tot de heestersoorten, die gemakkelijk in de huiskamer tot bloei gebracht kunnen worden. Knip de takken op vaaslengte af en verwijder de twijgjes die in de vaas onder water komen te staan. Breng het nog koude hout niet rechtstreeks in de warme huiskamer, maar plaats de vaas eerst in een lichte, maar koele kamer. Pas als de knoppen na een paar dagen kleur gaan vertonen, is de tijd rijp om de vaas met takken een plaats in de huiskamer te geven. Vul regelmatig het water bij.

Forsythia, foto: PxHere - CC0 Publiek domein

De tuin in november

s Avonds wordt het nu echt koud en het lijkt wel of de lucht helderder wordt en de biologische klok, die ook het leven in de tuin bepaalt, langzamer gaat lopen. De zomer is reeds lang voorbij: het wordt alleen kouder en winderiger, een voorbode van het weer dat komen gaat. Toch bloeit er nog van alles: van de uitbundige dahlia’s tot en met het tere roze van de Japanse anemonen.
In de tuin hoeven geen grote dingen meer te gebeuren. Het is een kwestie van bijhouden. Zo kunnen nu beschadigde plekken in de grasmat worden gerepareerd, uitgebloeide eenjarigen verwijderd en de dode stengels uit de vaste planten worden geknipt.

Boeketten van gedroogde bloemen
Met de uitgeknipte bloemen en stengels zijn mooie droogboeketten te maken. Lang niet alles is geschikt, maar met wat fantasie is veel bruikbaar. De uitgebloeide pluimen van het duizendblad (Achillea millefolium) laten zich uitstekend drogen en vervolgens heel goed mengen met de zilverglanzende judaspenning (Lunaria biennis) en de felrode kelken van de lampionplant (Physalis franchettii). De leuke aartjes van de weegbree (Plantago) contrasteren heel aardig met de gedroogde gele bloemhoofdjes van het boerenwormkruid (Tanacetum vulgare).

Judaspenning, foto: Bram Wolthoorn

Bijen & Hommels

Een beetje bij verschijnt al vroeg in het voorjaar. Zodra de eerste bloemen verschijnen, zoemen vroege bijen en hommels af en aan om nectar en stuifmeel te verzamelen. Het zijn vrouwtjesbijen die voedsel vergaren om het naar hun nest te transporteren. Het stuifmeel wordt vastgehouden tussen de haren, waarmee het bijenlichaam bedekt is. Door met de poten over hun vacht te wrijven, wordt het stuifmeel in speciale `stuifmeelkorfjes’ aan de poten opgevangen. Soms zijn deze korfjes goed zichtbaar: als dikke, gele knobbels aan de poten bungelen de korfjes aan des bijen achterpoten. Zo kunnen hommels bijvoorbeeld meer dan de helft van het eigen gewicht aan stuifmeel dragen.

Nectar
Een bij zuigt de nectar – een zoete vloeistof om bijen en andere insecten te lokken – met zijn lange buisvormige tong uit de bloemen. Bijen hebben tongen van verschillende lengte en bijen bezoeken dan ook die bloemen die bij de lengte van hun tong passen. Hommels kunnen met hun lange tongen de nectar opzuigen uit de diepe gewelven van de vroegbloeiende dovenetel en andere buisvormige bloemen; paardenbloemen en madelieven laten deze hommels graag over aan bijen met minder lange tongen.

Stuifmeel
Als hommels en bijen in de bloemen rondkruipen op zoek naar nectar, komen er stuifmeelkorrels tussen hun haren. Deze korrels laten ze weer achter als ze in een andere bloem van dezelfde soort rondkruipen waarmee de laatste wordt bevrucht en daar is het de bloem om te doen.
Een zich traag door de tuin bewegende hommel is voor de tuinier een bekende verschijning. Dit zijn jonge koninginnen en zij hebben op een beschut plekje in de tuin overwinterd en zijn nog wat zwak. De eerste weken van het voorjaar besteden ze aan het op krachten komen door veel stuifmeel en nectar te eten. Daarna gaan ze op zoek naar een geschikte nestplaats. Zo’n nest vinden we vaak op de grond in een verlaten muizenhol of in een spleet van een oude, zonovergoten muur op het zuiden. Een bijenkoningin zoekt met haar hele gevolg – een zwerm van soms wel duizenden `werksters’ – naar een geschikte woning. In de praktijk ontfermt een imker zich over zo’n zwervend volk.

Hommel op Zinia, foto: Simon Koopmann – CC BY-SA 2.0 de

Honingmerk
Om insecten te lokken hebben bloemen soms ook nog een honingmerk, een verzameling subtiele lijntjes en stippen dat (voor ons onzichtbaar) ultraviolet licht (UV) reflecteert. De meeste insecten, zoals bijen, kunnen UV waarnemen, en worden via dat honingmerk direct naar de ‘nectarbronnen’ van de plant geleid.

Water is water, toch?

Water is water, wat de bron (uit de grond of uit de sloot) ook is. Dat zou je zeggen, maar nee dus, want zowel met het grondwater als met het water in de sloot kan van alles mis zijn:

Grondwater uit de kuststreek kan een hoog zoutgehalte hebben. De meeste planten in de moestuin zijn niet zout-tolerant. Het zoutgehalte is zelf te meten.

Grondwater moet niet worden gebruikt als het sterk ijzerhoudend is. IJzerhoudende grondwater oxideert met zuurstof uit de lucht tot ijzer(III)oxide (Fe2O3) – roest. Roest is niet in water oplosbaar en wordt niet door planten opgenomen. Roest veroorzaakt bruinige verkleuring van gewassen, bestrating, meubilair en muren van gebouwen. Omdat planten roest niet opnemen, hebben planten er weinig last van. Echter neergeslagen roest op bladgewassen maken de groente er niet lekkerder op. Roest verstopt (druppel)leidingen en zorgt voor roestvorming in pijpleidingen, kranen en sproei-installaties.
IJzerhoudend grondwater kan dus wel voor bevloeiing (gieter) gebruikt worden, maar is niet geschikt om te vernevelen of te sproeien. Door aan vers grondwater te ruiken of het even te proeven is de aanwezigheid van ijzer vast te stellen.

Grondwater is koud; dat kan op warme dagen letterlijk een koude douche zijn voor planten. Een dagje laten opwarmen voorkomt dat.

Slootwater kent een uitgebreide flora en fauna. Dat komt bij watergeven vanuit de sloot allemaal mee in de moestuin. Een enkel waterdiertje of plantje kan geen kwaad. Maar dikke pakketten algen horen niet in de moestuin: dat gaat stinken.
Daarbij kan slootwater ziektekiemen bevatten: gevaarlijk voor mens en dier. De ziekte van Weil wordt vaak overgedragen door knaagdieren. Via slootwater dat met urine van zieke ratten besmet is, kan de ziekte van Weil via wondjes, huid en ogen op mens en huisdier worden overgedragen.

Zie je veel dode vissen en watervogels in de sloot? Dat kan wijzen op het voorkomen van botulisme. Botuline is niet gevaarlijk voor de mens; schadelijke bacteriën die in dode vissen vogels ontstaan, zijn dat wel.

Overmatige groei van blauwalgen is gevaarlijk voor mens en dier. Blauwalgen of blauwwieren scheiden soms een giftige stof af, die bij het zwemmen in met blauwalgen verontreinigd water vergiftigingsverschijnselen en huiduitslag kunnen veroorzaken. Honden worden ziek van blauwalgwater omdat ze bij het zwemmen altijd wel wat water binnenkrijgen.

Overdadige algengroei door met kunstmest verontreinigd oppervlaktewater, foto: F. lamiot CC BY-SA 2.5

Slootwater kan ook teveel fosfaten (kunstmest!) en resten bestrijdingsmiddelen bevatten. Een teveel aan fosfaten is zichtbaar door de overmatige groei van algen en waterplanten. Resten bestrijdingsmiddelen zijn helaas alleen aantoonbaar via laboratoriumonderzoek.

Kerstboom

O, dennenboom, wat zijn uw takken wonderschoon!
De kerstboom is eigenlijk een Gewone of Fijne spar, de Picea abies. Deze boom is inheems in heel Europa en kan soms wel veertig meter hoog en vier meter breed worden, een baas van een kerstboom dus. De andere bekende kerstboom is de Servische spar, de Picea omorika. Deze is afkomstig uit de Balkan (Drina Vallei).
De takken van de Servische spar hangen wat meer dan die van de Gewone spar en de naalden zijn aan de onderkant soms wat blauwig.

Luxe kerstboom
De laatste jaren is ook de Nordmann spar (Abies nordmanniana) als kerstboom leverbaar. Deze prachtige boom komt uit de Kaukasus en de gebergten rond de Zwarte Zee. De naalden van deze fraaie conifeer prikken minder omdat de naalden ronder van vorm zijn. Ook blijft de boom heel lang mooi omdat de naalden lang blijven zitten. Bovendien is de Nordmann spar ook nog fraai van vorm. Een kerstboom moet immers een beetje de vorm van een piramide hebben, maar dan slanker.
Ook mini-kerstboompjes zijn ruim verkrijgbaar. Dit zijn vaak nog hele jonge kerstbomen, maar het kunnen ook echte dwergsparretjes zijn.

Zeven tot acht jaar oud
Een beetje kerstboom is gemiddeld anderhalve meter hoog. Nederlandse kerstboomtelers planten hun kerstbomen als driejarige stek en verzorgen deze tot ze de juiste kerstboomgrootte bereikt hebben. Dat duurt drie tot vier jaren. Negentig procent van de bomen worden met kluit geleverd.

Verzorging
Breng de kersverse kerstboom niet meteen naar binnen. Laat de boom eerst langzaam op temperatuur komen in garage of schuur. Zaag bij een gekapte kerstboom de stam nogmaals af, zodat de kerstboom via het levende hout water kan opnemen. Behandel de kerstboom verder als ‘een hele grote tak op water’ en voeg aan het water vloeibaar plantenvoedsel toe en zorg ervoor dat er steeds voldoende water rond de stam staat.
Kerstbomen met kluit kunnen het beste behandeld worden als een grote kamerplant. Plant de boom in een grote pot en houdt de kluit vochtig met water dat met vloeibaar plantenvoedsel verrijkt is.
Als het de bedoeling is om de kerstboom later in de tuin te planten, mag de toptak voor de piek niet worden afgezaagd.
Plant de boom in de tuin als het niet vriest en laat de boom eerst langzaam in een onverwarmde garage of schuur aan de buitentemperatuur wennen.

Foto: pxhere – publiek domein – CC0

Huisdieren
De dennennaalden van de fijnspar zijn giftig voor huisdieren. Bovendien kunnen de scherpe punten de darmwand doorboren. Ook het water in de bak van de kerstboom is giftig. Plaats geen voer- of drinkbak in de buurt van de kerstboom omdat dennennaalden in de bak terecht kunnen komen. Dennennaalden zijn niet giftig voor mensen.

Midzomer

In juli is de grootste groeikracht uit de tuin verdwenen; de natuur pauzeert na een weelderige bloei in de lente en maakt zich op voor een met fruit overladen herfst.
Midzomer is een rustige tijd in de tuin: de grasmat moet wat worden bijgemest, hier en daar kunnen wat onkruiden gewied worden en indien nodig krijgen de borders water. Nu komen de potten en kuipen met oleanders, fuchsia’s en datura’s volledig tot hun recht. Deze uitheemse planten lenen zich bij uitstek voor een bijzondere kleureffect, dat de tuin nèt dat gewenste persoonlijke tintje geeft. Potplanten van die klasse horen, gezien hun herkomst, niet in onze streken thuis; echter door ze in de vaak zeer fraaie potten te zetten en ze als extra kleuraccent in de tuin toe te passen, zijn het welkome aanvullingen.
Eenjarigen, dahlia’s, rozen op stam, eigenlijk heel veel planten lenen zich heel goed voor bakken of kuipen. In het zicht geplaatst als de planten in volle glorie staan te pronken en weggezet als de bloei over is, dragen ze bij aan het steeds wisselende decor van de tuin.
Een grote pot, naast de keuken geplaatst en gevuld met basilicum, wat bieslook, lavendel en tijm, ruikt lekker en levert verse keukenkruiden binnen handbereik.

Geef de potplanten dagelijks water met eens in de week een toevoeging van vloeibaar plantenvoedsel en beschut ze tegen te harde wind. Wees bedacht op een plotseling onweer met hagel en windstoten: hagelkorrels kunnen aan potplanten veel schade toebrengen.

Sprinkhaan, foto: Bram Wolthoorn

Potten, kuipen en bakken zijn in overvloed te koop: de heel mooie uit de landen rond de Middellandse Zee vormen door hun exotisch uiterlijk een bijna natuurlijke ‘verpakking’ van uitheemse planten; de strakke grote bloempotten zijn meer geschikt voor rozen op stam of een kunstig geknipte buxus.

Vakantie!

De vakanties zijn begonnen! Scholen lopen leeg, bedrijven werken op halve kracht en zelfs de ochtendspits is verdwenen. Caravans worden geïnspecteerd, tenten getest en de auto krijgt een vakantiebeurt.
De tuin, die de voortdurende aandacht van de tuinier nodig heeft, zal het even zonder deze zorgzame hand moeten doen.

Ter voorbereiding op deze tijdelijke scheiding van tuin en tuinier een paar tips:

De heg
Snoei hagen een tweetal weken voor de vakantie. Wees vooral niet te voorzichtig en snoei goed kort. Bij thuiskomst staat hij er weer vol in het jonge blad bij. Zorg ervoor dat de heg wel voldoende voedsel krijgt. Bemest desnoods na het snoeien de heg met wat kunstmest. Geef de haag een keer extra water ten tijde van droogte in de weken voorafgaand aan de vakantie.

Onkruiden
Schoffel flink tussen de heesters en trek onkruiden tussen de vaste planten weg. Wees daar zorgvuldig in: dat kleine, onbeduidende flintertje groen is bij terugkomst uitgegroeid tot een wanstaltig stuk onkruid dat inmiddels de hele omgeving van heel veel van hetzelfde heeft voorzien.

Het gras
Maai veel en kort in de weken voor de vakantie. Houd het gras onkruidvrij en geef de grasmat vlak voor de vakantie een goede sproeibeurt. Zo gaat het gazon in een goede conditie de vakantie in. Een buurman of kennis is best bereid het gazon te maaien en bij grote droogte te besproeien.

Potplanten
Laat deze niet op dat fraaie plekje in de zon staan. Zet ze op een beschutte plaats in de schaduw. Knip de bloemknoppen eruit; deze worden snel genoeg opnieuw gevormd. Buurvrouw of buurman wil ze vast wel water geven.

Klimplanten
Knip de kleine uitlopers een week voor vertrek weg, anders is de nog zo bescheiden klimplant bij thuiskomst uitgegroeid tot een woeste slingerplant.

Nieuw-Zeeland, foto: Bram Wolthoorn

Tips voor achterblijvers
Vraag wat er precies verwacht wordt. Achteraf blijkt vaak dat de tuineigenaar specifieke ideeën had over hetgeen de achterblijvers in de tuin hadden moeten doen. Als hun dat niet verteld wordt, is teleurstelling over en weer onvermijdelijk. Vraag ook op wat voor brandstof de motormaaier loopt voor ’t geval de brandstof opraakt. Verwijder zelf geen onkruiden; soms wordt hiermee geen dienst bewezen. Informeer naar sproeigewoontes, vraag waar het materiaal te vinden is en wat de beste ‘sproeiopstellingen’ zijn. Overtuig je ervan of het de bedoeling is om gerijpt fruit, zoals pruimen en aardbeien, voor eigen gebruik te oogsten.

Droogte

De hittegolf in de zomer van ’22 liet diepe sporen na in de tuin. De harde hete oostenwind hield dagenlang aan; dag in dag uit brandde de zon aan één stuk door: bos, berm, akker en tuin droogden uit en struiken verbrandden.
Grofweg verdampt er dagelijks het equivalent van 8 mm regen per m2. Water dat aan de oppervlakte en de dieper gelegen lagen van de aarde wordt onttrokken. Het gras wordt geel, de vaste planten hangen er slap bij en hier en daar is het groen verbrand. Water geven is noodzakelijk – als het beschikbaar is. In sommige streken is een droogteregime ingesteld en mogen tuinen niet meer beregend worden.
Als water voorhanden is – leidingwater, uit de grond (puls), sloot of gespaard regenwater in een ton – geef dan pas water tegen de avond, als het een ietsje koeler wordt. Sproei langdurig rondom de vaste planten, heesters en bomen. Waak ervoor dat de aarde niet dichtslaat door het water geven: de korrelstructuur gaat dan verloren, waardoor het vocht in de bovenste laag niet goed kan worden vastgehouden.
Vooral jonge beplanting, die zo vanuit de potjes in de tuin is gezet, krijgt het bij langdurige droogte zwaar te verduren. De beworteling heeft de sprong tussen de containerkluit en de omgeving nog niet gemaakt en dan is de voorraad vocht snel uitgeput.
Sproei niet overdag bij een felle zon: te veel van het kostbare water verdampt vrijwel onmiddellijk. ’s Morgens voor dag en dauw is de beste tijd om te sproeien. De beplanting heeft dan voldoende tijd om het beschikbare vocht op te nemen en de bodem is tijdens de nacht dermate afgekoeld dat het grootste deel van het water ook in de grond terechtkomt. Deze ideale situatie gaat menig tuinier om het bar vroege uur te ver. ’s Avonds sproeien kan ook, de enige bezwaren zijn echter de grotere vatbaarheid van planten voor schimmels en het verschijnen van grote aantallen slakken op de vochtige aarde.
Sproei niet elke dag een klein beetje, maar wekelijks een grote hoeveelheid. Dagelijks gegeven kleine hoeveelheden water dringen de wortels naar de oppervlakte, terwijl één grote diep doordringende plens de wortels in de dieper gelegen lagen houdt waar ze horen.

Droogteschade hortensia, foto: PlantEnPlagen

Elke tuin heeft z’n eigen brekebeentje: meestal een plantje van ver weg of een bijzonder stekje dat voor de eigenaar een speciale betekenis heeft. Het zijn juist deze tere tuinbewoners die tijdens een moment van onachtzaamheid het loodje leggen. Graaf naast zo’n plant een poreuze aarden pot in, vul deze dagelijks met water en de aarde rond het troetelplantje zal ook tijdens de grootste droogte vochtig blijven.

Boeketten van gedroogde bloemen

Met de uitgeknipte bloemen en stengels zijn mooie droogboeketten te maken. Lang niet alles is geschikt, maar met wat fantasie is veel bruikbaar. De uitgebloeide pluimen van het duizendblad (Achillea millefolium) laten zich uitstekend drogen en vervolgens heel goed mengen met de zilverglanzende judaspenning (Lunaria biennis) en de felrode kelken van de lampionplant (Physalis franchettii). De leuke aartjes van de weegbree (Plantago) contrasteren heel aardig met de gedroogde gele bloemhoofdjes van het boerenwormkruid (Tanacetum vulgare).

De grote uitgebloeide schermen van de hortensia (Hydrangea macrophylla) lenen zich prima voor prachtige, heel grote boeketten. Vooral de roze bloeiende soort geeft gedroogd een heel mooi resultaat: de afzonderlijke bloempjes, waaruit de schermen zijn opgebouwd, krijgen alle tinten van een diep roze tot een zacht bruin. Een grote hoeveelheid bloemschermen bij elkaar geeft een fraai effect. Uiteraard levert één hortensia in de eigen tuin te weinig schermen; bewijs de buren (als ze uiteraard een hortensia bezitten en van hun bloemschermen verlost willen worden) een dienst: knip ook daar de uitgebloeide bloemen uit de Hydrangea’s en voeg ze bij het eigen boeket.

Bloemscherm van hortensia, foto: PlantEnPlagen

Bloemen die speciaal voor droogboeketten gekweekt worden, moeten voor een goed resultaat geplukt worden als ze nog nèt niet open zijn. Immers uitgebloeide bloemen vallen eerder uit. Pluk het te drogen materiaal bij droog weer; dit voorkomt rotting tijdens het droogproces. Wikkel de bloemen in kleine hoeveelheden in papier en hang ze omgekeerd op een niet te warme, donkere plaats te drogen. Na zes weken zijn de bloemen geschikt voor de vaas.

Watergeven

Met een gieter of beregenen...

Tijdens droge periodes ontkom je er niet aan om planten in de tuin water te geven. Dat kan per plant met een gieter of alle planten tegelijk door de tuin te beregenen.
Met een gieter is het het beste om de grond rond de planten in een keer ruim te begieten. Eigenlijk zoveel dat de watergift ook de diepere plantenwortels bereikt. Op lichte gronden zal het water snel door de bodem worden opgenomen; op zware klei is dat niet het geval. De grond slaat al snel dicht en er vormen zich plassen: de grond is niet doorlatend.

Om te zien in hoeverre het water bij beregenen met een sproeier in de bodem is gezakt, kun je het beste op een paar plekken in de tuin even een spa in de grond zetten om te kijken tot waar de grond vochtig is. Gebruik een regenmeter om te meten hoeveel er beregend is en noteer de verhouding tussen het aantal beregende mm en het aantal mm vochtig geworden aarde. Ook handig om te weten bij regenval.

Ook bij beregenen geldt dat er beter in één keer ruim beregend kan worden in plaats van elke dag een beetje. Dagelijks een bescheiden hoeveelheid beregenen doet de bodem dichtslaan (klei!) en levert een hogere verdamping op ten opzichte van een wekelijkse forse hoeveelheid. Bovendien worden de dieper gelegen wortels niet bereikt en wordt een oppervlakkiger beworteling bevorderd, waardoor planten eerder uitdrogen. Maak de aarde na het watergeven los; dat voorkomt het dichtslaan van de grond. Bovendien droogt losgemaakte grond minder snel uit.

Tijdens droogte is het het beste om niet de hele tuin te beregenen, maar per plant een forse hoeveelheid water te geven, en dat één keer per week. Ontkiemend onkruid tussen de planten krijgt zo geen kans om te groeien. Pas geplante heesters en zomergoed hebben natuurlijk minder maar vaker water nodig, om te voorkomen dat ze niet uitdrogen.

’s Avonds watergeven geeft de planten de gelegenheid gedurende de nacht water op te nemen. Echter de vochtige omgeving maakt ook slakken actief. ’s Morgens watergeven voorkomt dat, maar verkort de tijd dat de planten een surplus aan water kunnen opslaan. ’s Morgens drogen de planten beter na het watergeven, wat dan weer de kans op schimmels beperkt.

Met ijzer verontreinigd water
Beek met ijzerhoudend water, foto: D. Hardesty - CC Public Domain

Grondwater uit de kuststreek kan een hoog zoutgehalte hebben. De meeste planten in de moestuin zijn niet zout-tolerant. Het zoutgehalte is zelf te meten.
Grondwater moet niet worden gebruikt als het sterk ijzerhoudend is. IJzerhoudende grondwater oxideert met zuurstof uit de lucht tot ijzeroxide (Fe3O4) – roest. Roest is niet in water oplosbaar en wordt niet door planten opgenomen. Roest veroorzaakt bruinige verkleuring van gewassen, bestrating, meubilair en muren van gebouwen. Omdat planten roest niet opnemen, hebben planten er weinig last van. Op bladgewassen neergeslagen roest maken de groente er niet lekkerder op.
IJzerhoudend grondwater kan dus wel voor bevloeiing (gieter) gebruikt worden, maar is ongeschikt om te vernevelen of te sproeien. Door aan vers grondwater te ruiken of het even te proeven is de aanwezigheid van ijzer vast te stellen.